Een diepgaande kijk op Module Federation voor micro-frontends. Leer hoe u code en afhankelijkheden tijdens runtime deelt, de bundelgrootte verkleint en onafhankelijke deployments realiseert.
Module Federation: De Definitieve Gids voor Runtime Module Sharing in Micro-Frontends
In het constant evoluerende landschap van webontwikkeling hebben we een significante architecturale verschuiving gezien. We reisden van monolithische architecturen naar backend microservices, op zoek naar schaalbaarheid en teamautonomie. Nu transformeert diezelfde revolutie de frontend. Het tijdperk van micro-frontends is hier, en de kern ervan is een krachtige technologie die het allemaal praktisch maakt: Module Federation.
De kernuitdaging van micro-frontends is altijd eenvoudig te formuleren geweest, maar moeilijk op te lossen: hoe bouw je een enkele, samenhangende gebruikerservaring uit meerdere, onafhankelijk gedeployde applicaties zonder een trage, opgeblazen en onbeheersbare puinhoop te creëren? Hoe delen we gemeenschappelijke code, zoals componentbibliotheken of frameworks als React, zonder versiebeheer-nachtmerries te veroorzaken of gecoördineerde releases af te dwingen?
Dit is het probleem dat Module Federation elegant oplost. Geïntroduceerd in Webpack 5, is het niet zomaar een feature; het is een paradigmaverschuiving in hoe we denken over het bouwen en deployen van webapplicaties. Deze uitgebreide gids verkent het wat, waarom en hoe van Module Federation, met de focus op de meest transformerende mogelijkheid: runtime module sharing.
Een Snelle Opfrisser: Wat Zijn Micro-Frontends?
Voordat we in de mechanica van Module Federation duiken, laten we eerst op één lijn komen over wat we bedoelen met micro-frontends. Stel je een grote e-commerce website voor. In een monolithische wereld is de gehele frontend—productzoekfunctie, productdetails, winkelwagen en afrekenproces—één enkele, grote applicatie. Een wijziging aan de afrekenknop kan vereisen dat de hele applicatie getest en opnieuw gedeployd wordt.
Een micro-frontend architectuur breekt deze monolith op langs bedrijfsdomeinen. Je zou kunnen hebben:
- Een Zoekteam dat eigenaar is van de zoekbalk en de resultatenpagina.
- Een Productteam dat eigenaar is van de productdetails en aanbevelingen.
- Een Checkout-team dat eigenaar is van de winkelwagen en het betalingsproces.
Elk team kan zijn deel van de applicatie onafhankelijk bouwen, testen en deployen. Dit leidt tot verschillende belangrijke voordelen:
- Autonome Teams: Teams kunnen op hun eigen schema's werken en releasen, wat de ontwikkeling versnelt.
- Onafhankelijke Deployments: Een bug in de aanbevelingen-engine blokkeert geen kritieke update van de betalingsstroom.
- Technologieflexibiliteit: Het zoekteam zou Vue.js kunnen gebruiken terwijl het productteam React gebruikt, waardoor teams het beste hulpmiddel voor hun specifieke domein kunnen kiezen (hoewel dit zorgvuldig beheer vereist).
Deze aanpak introduceert echter zijn eigen uitdagingen, voornamelijk rondom delen en consistentie, wat ons bij de oude manieren van werken brengt.
De Oude Manieren om Code te Delen (en Waarom Ze Tekortschieten)
Historisch gezien hebben teams verschillende methoden geprobeerd om code te delen tussen verschillende frontend-applicaties, elk met aanzienlijke nadelen in een micro-frontend context.
NPM-pakketten
De meest voorkomende aanpak is het publiceren van gedeelde componenten of hulpprogramma's als een geversioneerd NPM-pakket. Een gedeelde componentenbibliotheek is een klassiek voorbeeld.
- Het Probleem: Dit is een build-time afhankelijkheid. Als Team A het gedeelde `Button`-component in `my-ui-library` updatet van versie 1.1 naar 1.2, krijgen Team B en Team C die update pas nadat ze handmatig hun `package.json` hebben bijgewerkt, `npm install` hebben uitgevoerd en hun volledige micro-frontend opnieuw hebben gedeployd. Dit creëert een strakke koppeling en ondermijnt het doel van onafhankelijke deployments. Het leidt er ook toe dat meerdere versies van hetzelfde component in de browser worden geladen, wat de uiteindelijke bundel opblaast.
Monorepos met Gedeelde Workspaces
Monorepos (met tools als Lerna of Yarn/NPM workspaces) houden alle micro-frontends in één enkele repository. Dit vereenvoudigt het beheer van gedeelde pakketten.
- Het Probleem: Hoewel monorepos de ontwikkelaarservaring verbeteren, lossen ze het kernprobleem op runtime niet op. Je bent nog steeds afhankelijk van build-time afhankelijkheden. Een wijziging in een gedeelde bibliotheek vereist nog steeds dat alle consumerende applicaties opnieuw worden gebouwd en gedeployd om de wijziging door te voeren.